Europese beroepscode voor homeopathische artsen

Grondbeginselen van de code

Voor een professionele praktijk van hoge kwaliteit onderscheiden we vijf niveaus of aspecten:

  1. Principes van menselijke relaties zoals ze reeds omvat zijn in de fundamentele rechten en de grondvesten van de wettelijke orde: het recht op de onschendbaarheid van het menselijk lichaam, het recht op privacy, het recht op vrije keuze, het recht op goede verzorging, enz...
  2. Principes van bijstand:
  3. Basiscriteria voor de houding van de practicus.
  4. Basiscriteria voor de therapeutische handeling.
  5. Basiscriteria voor de dagdagelijkse praktijk.

De beginselen waarnaar in punten 1. en 2. verwezen wordt, zullen hier niet verder uitgewerkt worden omdat zij de eerste vereisten vormen van om het even welke professionele bijstand. Dit betreft ook de basiscriteria die in de aspecten 3. , 4. en 5. vermeld worden, waarin echter specifieke kenmerken van de homeopathische praktijk verweven zijn. Bijgevolg zou onze aandacht moeten toegespitst zijn op die specifieke kenmerken.

De code zelf

A. Basiscriteria voor de houding van de practicus

De homeopathische arts zal het vertrouwen van de patiënt niet misbruiken, bvb. door onnodige behandelingen te verstrekken of onnodige remedies voor te schrijven, door angstgevoelens uit te lokken of te versterken.
De behandeling mag de integriteit van de patiënt niet schenden:
er mag geen druk op de patiënt uitgeoefend worden, de arts geeft slechts raad;
alle behandelingen moeten erop gericht zijn om de patiënt zo spoedig mogelijk onafhankelijk te maken van zorgenverstrekking, en die toestand ook te bestendigen;
de patiënt moet als een gelijke behandeld worden;
de verantwoordelijkheid van de patiënt zelf moet geëerbiedigd worden
de patiënt heeft het recht om een andere verstrekker van gezondheidszorgen te consulteren;
de homeopathische arts moet rekening houden met de levensfilosofie van de patiënt;
De homeopathische arts moet voldoende aandacht besteden aan de problemen die de patiënt voorlegt en voldoende tijd uittrekken voor een raadpleging.
De homeopathische arts mag slechts de behandelingen uitvoeren waarmee de patiënt akkoord gaat, na voldoende geïnformeerd te zijn.
De homeopathische arts moet een relatie met de patiënt opbouwen die steunt op wederzijds vertrouwen, zodat zij/hij elk probleem of ontevredenheid over de arts te berde kan brengen.
De homeopathische arts mag over geen enkele patiënt informatie vrijgeven die zij/hij verkregen heeft door haar/zijn professionele relatie met haar/hem, behalve:
indien de arts daartoe wettelijk verplicht is;
in geval van nood of een andere gevaarlijke situatie waarbij de arts meent dat die informatie kan bijdragen tot het verhinderen van een mogelijk letsel voor de patiënt of voor iemand anders;
wanneer de patiënt instemt met de aard en de omvang van de onthulling.
De homeopathische arts moet in haar/zijn eigen naam praktiseren, ook bij associatie met een groepspraktijk.
De homeopathische arts moet zich onafhankelijk opstellen tegenover commerciële instellingen of mensen op het medisch /farmacologische terrein.
De homeopathische arts mag weigeren een patiënt (nog langer) te behandelen, indien men eerlijkerwijze van haar/hem niet mag verwachten dat zij/hij de behandeling kan starten of verder kan uitvoeren, zoals bvb. wanneer de arts niet gekwalificeerd is of niet bekwaam voor bepaalde handelingen, of niet meer in staat nog enige hulp te bieden; of wanneer de arts meent dat de wederzijdse vertrouwensrelatie niet meer bestaat. In dit geval zal de arts de patiënt de reden mededelen en haar/hem helpen, indien noodzakelijk, om andere medische bijstand te vinden.

B. Basiscriteria voor de therapeutische handeling

In elke handeling gaat de homeopathische arts ervan uit dat een menselijk wezen bestaat uit een groot aantal elkaar beïnvloedende factoren, interne en externe zoals constitutie, milieu, leefgewoontes, enz...
De arts mag liefst geen symptomen onderdrukken wanneer dit schadelijk zou zijn voor het gehele wezen van de patiënt.
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen behandelingen die symptomen onderdrukken met slechts een kort effect en een volledige behandeling die gericht is op een algemene verbetering van de constitutie van de patiënt op lange termijn. Indien de vitaliteit van de patiënt dit toelaat, moet de laatstgenoemde therapie de voorrang krijgen.

Preventie en raad betreffende de verhouding tussen leefgewoonte en klachten, zowel als uitleg betreffende de keuze van de behandeling moeten tijdens het therapeutisch proces duidelijk naar voren komen.
In alle handelingen moet de homeopathische arts de zelfgenezende kracht in elk menselijk wezen als een basisprincipe beschouwen. Deze kracht moet ondersteund worden, opgewekt of geactiveerd en slechts heel zelden tegengewerkt.
De behandeling moet erop gericht zijn de patiënt in staat te stellen tot ontplooiing en ontwikkeling als een vrij individu die haar/zijn problemen of ziekte kan te boven komen, en om afhankelijkheid van de patiënt te verhinderen.
De homeopathische arts moet over de vaardigheden beschikken, via voldoende opleiding, voor de praktijk van haar/zijn beroep zowel als voor het inzetten van goedgekeurde uitrusting en materieel voor het medisch onderzoek.
De homeopathische arts moet vertrouwd zijn met de mogelijkheden en de beperkingen van zowel de conventionele geneeskunde (medische diagnose, prognose en behandelingen), als van de homeopathische geneeskunde.
Indien zij/hij meent dat een homeopathische behandeling aangewezen is, moet de arts ook bekwaam zijn om die toe te passen en te evalueren overeenstemmend  met de principes van de homeopathische geneeskunde.
De homeopathische arts moet de vereiste normen voor kennis, opleiding en onderzoek op peil houden door deel te nemen aan navormingscursussen, door overleg met collega's en raadpleging van de beroepsliteratuur.
De homeopathische arts moet zich onthouden van elke behandeling waarvoor zij/hij niet geschoold is.

De homeopathische arts moet persoonlijk de volle verantwoordelijkheid dragen voor elke therapeutische handeling; zij/hij kan die niet overdragen op auteurs, fabrikanten, enz...
Indien zij/hij handelingen delegeert aan andere verstrekkers van gezondheidszorgen, die daartoe dus niet zelfstandig gemachtigd waren, berust de finale verantwoordelijkheid toch bij de verwijzende arts.
De homeopathische arts zal haar/zijn beroep niet in diskrediet brengen. Zij/hij zal een collega of een ander beroepslid van verstrekkers van gezondheidszorgen niet bekritiseren, veroordelen of op enige andere wijze denigreren, maar hun het verschuldigde respect betonen.
De homeopathische arts moet streven naar overleg en/of samenwerking met andere betrokken verstrekkers van de gezondheidszorgen, op algemeen vlak en voor het welzijn van individuele patiënten. Deze arts zal patiënten naar een collega of een andere geschikte practicus van gezondheidszorgen verwijzen zodra een onderzoek of behandeling buiten haar/zijn bekwaamheid ligt. De homeopathische arts zal dat doen zodra de patiënt elders beter kan geholpen worden. Zij/hij moet op haar/zijn hoede zijn voor ongewenste dwarsboming. De arts moet over de therapeutische handelingen verslag uitbrengen, slechts met de toestemming van de patiënt, aan de collega's naar wie de patiënt verwezen werd, alsook naar alle andere collega's die bij de behandeling betrokken zijn.
De homeopathische arts moet de resultaten van haar/zijn wetenschappelijk onderzoek en klinische ervaringen bekend maken op een methodische en eerlijke wijze, zonder de feiten te verdraaien. Zij/hij mag geen kennis of behandelingswijzen voor zichzelf houden. Zij/hij mag niet adverteren, noch aanspraak maken op geheime of exclusieve behandelingsmethodes, noch beweren dat zij/hij in staat is tot buitengewone genezingen.
De homeopathische arts zal geen bevelen aanvaarden die indruisen tegen de beroepsethiek.

C. Over de dagdagelijkse praktijk

De homeopathische arts moet zich behoorlijk aan haar/zijn afspraken houden.
De homeopathische arts moet beschikbaar zijn op de duidelijk vermelde dagen en uren.
Gedurende haar/zijn ziekte moet de homeopathische arts de opvang van zijn patiënten verzekeren door een plaatsvervanger. De arts moet een patiënt behandelen indien dit binnen haar/zijn bevoegdheid ligt.
De homeopathische arts moet te werk gaan volgens een welbepaalde evaluatiemethode. Hij kan ook een flexibele planning van de behandeling opstellen, in overleg met de patiënt, waarin een eerste gehad doel vastgelegd wordt, en wanneer dit stadium zal geëvalueerd worden. De eerste beoordeling mag niet later zijn dan na drie maanden.

De homeopathische arts moet een nauwkeurig en grondig dossier van de patiënt bijhouden. Zij/hij mag slechts die gegevens verzamelen die voor de behandeling noodzakelijk zijn. De dossiers moeten altijd veilig en vertrouwelijk opgeborgen worden, en slechts toegankelijk zijn voor de arts, haar/zijn assistenten en vertegenwoordigers, tenzij de patiënt anders heeft toegestemd. Op verzoek van de patiënt moet de arts haar/zijn aantekeningen van haar/zijn behandeling aan de collega bezorgen. De arts is verplicht op staande voet alle essentiële informatie uit het dossier van de patiënt op te sturen.
De homeopathische arts moet zorgen voor uitrusting, materieel en lokalen voor het medisch onderzoek die functioneel en hygiënisch zijn, en de privacy vrijwaren.
De homeopathische arts mag geen voorgeschreven of aangeraden bereidingen verkopen noch in haar/zijn praktijk, noch via haar/zijn handelsfirma, noch via een apotheker, tenzij zij/hij vanwege de gezondheidsinstanties daarvoor een vergunning heeft gekregen (dokters met dispensatie).
Het is haar/hem evenmin toegestaan commissies op te strijken voor voorgeschreven of aangeraden bereidingen.
De homeopathische arts moet een inspectie van haar/zijn lokalen en indien noodzakelijk ook van de dossiers van de patiënten, mits hun schriftelijke akkoord, door de bevoegde autoriteiten toelaten.