In 1810 verscheen de "Organon der Rationellen Heilkunde nach Homöopatische Gesetze" van Dr. Hahnemann.
Het duurde tot 1824 alvorens de homeopathie in de Belgische medische pers ter sprake kwam, namelijk in verschillende bijdragen in twee medische periodieken die sterk op Frankrijk waren georiënteerd: "La Bibliothèque Médicale Nationale et Etrangère" van de Brusselse Dr. J. Tallois (1824, 1825, 1827) en het blad "Hygiène" van Dr. C.J.B. Comet (april 1827). De "plotse" ontdekking van de leer hield verband met de belangstelling die de homeopathie, net zoals vele andere medische denkrichtingen zoals het vitalisme, het fysiologisme en het broussianisme, op dat ogenblik in Frankrijk genoten, en met de eerste Franse vertaling door E.G. de Brunnow van het Organon dat in 1824 in Dresden werd gepubliceerd.
In 1827 verscheen trouwens ook de eerste Nederlandse vertaling in Amsterdam.

Uit de Belgische revolutie van 1830 werd een voor die tijd erg liberale staat geboren, met koning Leopold I van Saksen-Coburg als vorst. In Brussel streken personen van diverse pluimage neer: politieke dissidenten, aanhangers van diverse filosofische en wetenschappelijke stromingen en nog anderen.
De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid vormden één van de basisprincipes van de Belgische grondwet. Met hun eis voor erkenning en voor een grotere therapeutische vrijheid zullen de Belgische homeopaten zich gedurende de hele 19de eeuw op deze grondwettelijke vrijheden beroepen.
In het begin van de jaren dertig groeide de belangstelling voor Hahnemanns therapeutisch systeem bij de elite van de toenmalige medische wereld en, naar men mag aannemen, eveneens bij de hogere burgerij in de steden. J.G. van Rotterdam, de eerste rector van de Gentse Rijksuniversiteit, en diens Leuvense collegae J.M. Baud en V.J. François, P.J. De Moor, heelkundige te Aalst, L.J. Varlez, lijfarts van koning Willem I te Brussel, en na 1830 hoofd van het militair hospitaal te Brussel en één van de stichters van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde (1841), en tenslotte Frankinet, hoofdgeneesheer van het Bavièrehospitaal te Luik, stonden bekend als de eerste adepten van de homeopathische leer of waren op zijn minst de homeopathie niet vijandig gezind.

De cholera-epidemie van 1832, die grote delen van West Europa in haar greep hield, was voor de homeopaten een "goede gelegenheid" om hun kans en kunde in praktijk te brengen. Eén van hen was Dr. Pierre Joseph De Moor (1778 - 1845), die als heelkundige verbonden was aan het gasthuis te Aalst en reeds sinds 1829 met de nieuwe methode experimenteerde, zowel bij zijn private patiënten als in zijn ziekenhuispraktijk. Dr. De Moor zal trouwens tot ver in onze eeuw in de levendige homeopathische hagiografie als de vader van de Belgische homeopathie in ere gehouden worden.
In Brussel werden choleralijders behandeld door onder meer Dr. Jean-Baptiste Carlier (1797 - 1873) en de genoemde Dr. L.J. Varlez, van wie gezegd werd dat hij goede contacten had met homeopaten uit de Elzas en dat hij zijn "ongeneeslijk" zieke echtgenote met homeopathie genezen had. In Luik waren de artsen Dr. Louis Malaise (1808 - 1851) en Dr. Olivier Brixhe (1795 - 1885) de eerste proselieten van Hahnemann.

In 1832 zag de "Encyclographie des Sciences Médicales" het licht. Deze periodiek gaf artikelen in herdruk uit die eerder in verschillende binnen- en buitenlandse tijdschriften verschenen waren. Via de Encyclographie vonden onder meer de artikelen uit het eerste homeopathisch tijdschrift in de Franse taal, de "Bibliothèque Homéopathique de Genève" (1882 - heden) hun weg naar de Belgische markt.

Op 28 november 1835 werd te Luik door Dr. G.H.G. Jahr een eerste Belgische Vereniging voor Homeopathie opgericht met als doel "de contribuer, par ses travaux scientifiques aux progrès de l'homéopathie, à sa propagation et à sa vulgarisation". Dit genootschap bestond uit hoogstens tien homeopaten die welgeteld zeven steden vertegenwoordigden. De vereniging was echter geen lang leven beschoren. Eén van de leden was de Brusselaar Dr. Jean-François Dugniolle (1808 - 1892), die in 1835 op het eerste Belgische congres een lans brak voor de homeopathische geneeskunde. In 1837, het jaar waarin vijftien Belgische homeopaten in Brussel voor overleg samenwerkten, publiceerde Dr. Charles-Louis de Meester (1800 - 1855) uit Sint-Niklaas, in de annalen van het Gentse medisch genootschap zijn "Quelques Considérations sur la Médecine Homéopathique", terwijl Dr. Louis Malaise zijn "Clinique Homéopathique à l'Usage des Médecins et des Gens du monde" zag verschijnen.

Navigatie

  1. Inleiding
  2. Oorsprong van de Homeopathie
  3. Dokter Samuel Hahnemann
    1. Het leven van Hahnemann
    2. Het werk van Hahnemann
    3. De farmacologie van Hahnemann
  4. De Homeopathie in België
    1. De pioniers van de Homeopathie in België
    2. De eerste confrontaties (1849 - 1850)
    3. De Belgische Homeopatische verenigingen
      1. De eerste stappen…
      2. De 'Cercle Médical Homéopathique des Flandres' (1872-1920)
      3. De "Société Royale Belge d'Homéopathie" (1920 - …)
      4. De "Association Homéopathique Belge" (1926 - 1976)
      5. De "Fédération Médicale Homéopathique Belge" (1970-…)
      6. Unio Homeopathica Belgica - UNIO
      7. De "Vrienden van de Homeopathie"
    4. Het onderwijs van de Homeopathie in de 20e eeuw
    5. De Homeopathische apothekers in België
  5. European Committee for Homeopathy (E.C.H.)
  6. Liga Medicorum Homeopathica Internationalis (L.M.H.I.)
  7. Bibliografie