12 November 2012


Op 6 november 2012 vond er een debat plaats aan de KUL over "Homeopathie in de praktijk". Hier het verslag van één van de sprekers, Dr. Bart Lambert, arts homeopaat.

Als lid van het bestuur van het VSU (Vlaamse Studievereniging Unitaire homeopathie) zie ik het al een poos als mijn doel om toekomstige en jonge artsen, dierenartsen, tandartsen en apothekers te informeren over en te onderwijzen in de homeopathie.

Daar er, naar analogie met het gebrek aan huisartsen in de reguliere geneeskunde, ook in de homeopathie momenteel weinig nieuwe artsen aan een studie beginnen, heb ik me er daarom toe verbonden om deze mooie geneeskunst meer bekend te maken bij hen.
En waar beter te beginnen dan aan de universiteiten?!

Na een afgesprongen poging in 2011 aan de KULAK, waar op het laatste moment een verbod kwam vanuit Leuven, ben ik na veel bemiddelen er toch in geslaagd om het praesidium van MEDICA, de vereniging van medische studenten van de KUL, warm te maken voor de organisatie van een info-avond.

Aanvankelijk was het mijn bedoeling om samen met Dr Lefevre Bert vooral te praten over ons boeiend en vervullend beroep, vooral vanuit de praktijk, ondersteund met klinische voorbeelden en wetenschappelijk bewijs.

Maar toen de studenten, onder impuls van het decanaat die er een conditio sine qua non van maakte, aanstuurden op een avond in debatvorm met aan de andere kant van de tafel mensen uit het sceptische kamp, zijn wij daar op ingegaan. We hebben toen ook Dr Michel Van Wassenhoven en Dr Henk Van Hootegem aangesproken, daar zij meer onderlegd zijn in het wetenschappelijk onderzoek en de filosofische aspecten van de homeopathie.

De avond zelf
We waren eigenlijk verbaasd en toch wel onder de indruk toen we aankwamen.
Aanvankelijk was een zaal gereserveerd van 200 man. Maar het bleek dat de interesse van de studenten zo groot was dat tot 2 maal toe naar een grotere zaal moest uitgeweken worden.

We schatten de opkomst op 350-400 man.
Wij waren dus met 4 mensen, professor farmacologie De Hoon, en ingenieur architect De Belder (in naam van SKEPP) zorgden voor weerwerk.

Na een korte powerpointpresentatie van beide kampen, 10 minuutjes elk, wat eigenlijk kort was om degelijk uitleg te kunnen geven over ons beroep en de homeopathie, konden de studenten beginnen met vragen stellen.

De eerste helft van de avond dreigde het debat wat te verzanden in een steriele welles-nietes discussie. Henk en Michel brachten serieuze wetenschappelijke argumenten aan, maar professor De Hoon hamerde er op dat homeopathie wel duidelijk effect heeft maar dat dit een zuiver placebo-effect is, en meneer De Belder haalde alle oude clichés uit de kast om onze methode belachelijk te maken. Het bleef wel allemaal heel beschaafd. Professor De Hoon zei zelfs dat wij zeer ernstig werkende huisartsen zijn, die proberen de mens als geheel te benaderen, en aldus een leemte in de geneeskunde vullen.

Er kwam een keerpunt toen eerst Bert en daarna ik, refererend naar de titel van het debat, gingen getuigen over onze ervaring als practicus, als arts-homeopaat, dagelijks geconfronteerd met patiënten die komen naar onze consultatie, met problemen die in de allopathie niet opgelost werden. Mensen die uitbehandeld zijn. Klachten hebben waarvan specialisten en professoren in verschillende disciplines beweerden dat ze ermee zouden moeten leren leven, dat daar geen oplossingen voor zijn. En die wij met een goed gekozen remedie echt konden helpen.

Ik vermoed dat we toen zeker heel wat mensen in de zaal geraakt hebben, ook al beweerde het ander kamp dat dit soort getuigenissen toeval zijn. Tijdens de receptie na het debat kwamen vele studenten rond ons staan en stelden echt geïnteresseerd vragen over onze praktijkvoering, over hoe wij bepaalde klinische gevallen aanpakten. Over de studie homeopathie. Over de verdienste zelfs…

Besluit
Ik denk dat wij alles bij elkaar genomen een goede beurt maakten.
Henk en Michel zorgden ervoor dat mensen beseften dat er wel degelijk deftig wetenschappelijk onderzoek verricht wordt.
Onze antwoorden op sommige heel specifieke vragen, zoals “hoe behandelen jullie een appendicitis?”, zullen de studenten duidelijk gemaakt hebben dat wij reageren als bijgeschoold arts. Dus in het belang van de patiënt, op basis van een gedegen up to date beroepskennis, allopathisch én complementair homeopathisch.